25 feb ‘Deelnemer wil weten: hoeveel pensioen heb ik nu? En wat heb ik dadelijk?’
Bron: fd.nl / Martine Wolzak / 21 februari 2021
De Pensioenfederatie heeft nog een waslijst aan verbeterpunten voor het nieuwe pensioenstelsel. Zonder nieuwe regels voor de overgangsperiode is de kans groot dat straks alsnog miljoenen pensioenen omlaag moeten, waarschuwt interim-voorzitter José Meijer.
In het kort
- De koepel van pensioenfondsen steunt het nieuwe pensioenstelsel maar ziet ook verbeterpunten.
- Met het nieuwe stelsel zou het vertrouwen van de miljoenen deelnemers, werknemers en gepensioneerden in hun pensioen groter moeten worden, denkt interim-voorzitter José Meijer.
- Betere dienstverlening vergt volgens haar wel een ‘groot innoverend vermogen’ van de fondsen.
Een plan B is er niet, stelt voorzitter José Meijer van de Pensioenfederatie over de uitvoering van het pensioenakkoord. De koepel van pensioenfondsen heeft een reactie opgesteld van meer dan 200 pagina’s met kritiek op, vragen over en verbeterpunten voor de wetsvoorstellen voor het nieuwe pensioenstelsel. Maar dat doet niet af aan de steun voor het nieuwe pensioenstelsel.
‘Het alternatief is dat we in dit oude stelsel blijven. Hoewel er ook fondsen zijn die er goed voorstaan, is dit stelsel echt onhoudbaar geworden door die lage rente’, zegt Meijer, voormalig FNV- en ABP-bestuurder en sinds een jaar interim-voorzitter van de Pensioenfederatie. ‘Als we op deze weg door moeten, dan wordt het voor veel pensioenen de komende jaren korten, korten, korten.’
Bijna 500 reacties zijn er binnengekomen op de conceptwetsvoorstellen die horen bij de uitwerking van het pensioenakkoord. Als de Tweede Kamer instemt met de uiteindelijke wetsvoorstellen van minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken, beginnen de circa 200 pensioenfondsen volgend jaar aan een grote verbouwing die in 2026 klaar moet zijn. Van een toegezegde vaste pensioenuitkering — die in de praktijk niet vast is — naar een stelsel waar de hoogte van het pensioen afhangt van hoeveel vermogen iemand heeft opgebouwd. Dekkingsgraden en rekenrente verdwijnen, pensioenen zullen dalen en stijgen met de beleggingswinsten en -verliezen van fondsen.
‘Ik denk dat we met dit akkoord een stap zetten naar een stelsel dat veel toekomstbestendiger is dan wat we hadden’, zegt Meijer. Met het nieuwe stelsel zou het vertrouwen van de miljoenen deelnemers, werknemers en gepensioneerden in hun pensioen groter moeten worden, denkt zij. ‘Al is het alleen maar omdat we niet langer verwachtingen wekken bij de deelnemer, waar we dan vervolgens moeten teleurstellen’.
‘Buiten gebaande paden treden’
De verbouwing gaat wel grote gevolgen hebben voor de werkwijze van de fondsen. ‘We gaan naar een premiestelsel, dat blijft wel collectief en solidair, maar het is wel een persoonlijker pensioenproduct. Dus de dienstverlening moet veel dichter naar de deelnemer’, zegt Meijer. Dat vergt een ‘groter innoverend vermogen’ waarbij fondsen niet bang moeten zijn om ‘buiten de gebaande paden te treden’, vindt de voorzitter.
Bijvoorbeeld door samenwerking met nieuwe partijen van buiten de pensioensector. ‘Dat de markt de komende jaren gaat bewegen, dat daar nieuwe toetreders gaan komen en de concurrentie zal toenemen, dat lijkt ons als Federatie een gegeven. CapGemini gaat niet voor niets in de krant zeggen dat zij de administratie voor €15 per deelnemer denken te kunnen doen. Dat is heel weinig’.
Zorg over transitiefase
De Pensioenfederatie maakt zich wel zorgen over de weg naar het nieuwe pensioenstelsel. Sociale partners en minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken zijn het nog niet eens over de regels voor het verlagen en verhogen van de pensioenen tussen 2022 en 2026. De koepel verwacht dat zonder nieuwe regels voor de transitieperiode de kans groot is dat de komende jaren alsnog miljoenen pensioenen omlaag moeten, terwijl dit in het nieuwe stelsel niet nodig was geweest. ‘Het is heel belangrijk dat dit transitiekader er snel komt. Als je andere rekenregels gaat hanteren moet je dat wel tijdig weten’, zegt Meijer. Anders kunnen de fondsen hun deelnemers niet tijdig informeren en krijgen uitvoerders het niet voor 1 januari verwerkt.
Ook over de verdeling van het pensioenvermogen, de echte overgang naar het nieuwe stelsel, moeten nog nadere afspraken worden gemaakt. Alle fondsen moeten uiterlijk voor 2026 hun vermogen, soms honderden miljarden, verdelen in persoonlijke potjes. De Pensioenfederatie wil dat de besturen ruimte krijgen om dit ‘evenwichtig’ te doen en met het pensioenoverzicht (de upo) als richtsnoer. Wat een deelnemer op zijn overzicht ziet in 2026 moet gelijk zijn aan 2025. ‘Je moet het vertrouwen geven dat datgene wat een deelnemer nu heeft, ook is wat in het nieuwe stelsel wordt ingebracht’, zegt Meijer. ‘Wat een deelnemer wil weten is: “Wat heb ik nu? En wat heb ik dadelijk? En het is toch niet zo dat het fonds iets uit mijn potje zit te halen?”’
Maar de koepel ziet er weinig in om individuele toestemming te vragen van deelnemers, waar bijvoorbeeld ouderenorganisaties voor pleiten. ‘De suggestie die daar een beetje uit klinkt, is dat een fondsbestuur tegen het belang van individuen kan handelen’, reageert Meijer. ‘Het bestuur is er juist om die belangen zo evenwichtig mogelijk af te wegen. Ik ben van mening dat fondsen dat heel zorgvuldig gaan doen en uitleggen. En dan kijkt De Nederlandsche Bank er ook nog naar.’ Bovendien beslissen werkgevers en deelnemers mee, via sociale partners, het Verantwoordingsorgaan, de raad van toezicht. ‘Het fonds doet dit niet alleen. Maar hierover zullen we met de minister nog wel gesprekken voeren’.
Geen reactie's