08 okt Het doolhof van een nieuw pensioen
Bron: pensioenpro.nl / door: Martine Wolzak / 24 september 2018
Opnieuw lijkt een doorbraak over het langverwachte pensioenakkoord nabij. Of is het optimisme weer te groot? Terugblik op anderhalf jaar onderhandelen zonder resultaat.
Premier Rutte is ‘optimistisch’, zei hij tijdens de Algemene Beschouwingen. In Den Haag wordt gefluisterd dat mogelijk volgende week al een plan op papier staat met daarop de handtekeningen van werkgevers, werknemers en de onafhankelijke leden van de Sociaal Economische Raad (SER). En dat voldoende draagvlak heeft van de politiek. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat het optimisme groot is en de handtekeningen toch uitblijven. Gaat de geschiedenis zich herhalen? Of is deze keer echt anders? Overzicht van anderhalf jaar onderhandelen in een labyrint van strijdige belangen.
De verkiezingen van maart 2017
De ambities zijn groot. Op verzoek van het vorige kabinet werken werkgeversorganisatie VNO-NCW, bonden FNV, CNV en VCP, het Centraal Planbureau (CPB), De Nederlandsche Bank (DNB) en wetenschappers in de SER aan een blauwdruk voor de grootste hervorming van het pensioenstelsel ooit. Pensioenfondsen hebben het moeilijk door de gevolgen van de crisis, de lage rente en de oplopende levensverwachting. De dekkingsgraden zijn laag.
Gepensioneerden krijgen daardoor al jaren geen inflatiecompensatie, kortingen op de pensioenen dreigen terwijl de economie weer draait. Jongeren verliezen het vertrouwen in het stelsel: blijft er voor hen nog wel wat over in de pot? Voor de verkiezingen moeten de plannen ver genoeg zijn om een brief naar het kabinet te sturen.
De hoofdlijnen zijn er: Nederland gaat van grote collectieve pensioenpotten over naar persoonlijke potjes. Niemand hoeft dan meer bang te zijn dat iemand anders zijn of haar pensioengeld opmaakt. Maar bij het uitwerken van de details gaat het mis.
Hoe verdeel je bijvoorbeeld de huidige collectieve pot van €1.300 mrd? De bonden, FNV, CNV en VCP, willen wel wat solidariteit behouden en daarom is er een gezamenlijke buffer aan het plan toegevoegd. Hoe groot moet die zijn? De FNV pleit voor een grote buffer. Liefst mag er ook nog rood worden gestaan: meer uitgehaald dan erin zit. Maar DNB is daar mordicus tegen.
Daarnaast wil de SER de doorsneesystematiek afschaffen: waarbij een jonge werknemer het pensioen van een oudere collega ‘subsidieert’, hier aan meebetaalt. Als je dat afschaft, loopt een oudere werknemer die eerder aan zijn voorganger heeft meebetaald, zijn latere subsidie mis. Dit is over alle pensioenfondsen een gat van tientallen miljarden. Dat moet nog gevuld. Die rekening komt waarschijnlijk deels bij werkgevers en de politiek terecht.
De verkiezingsdeadline van 15 maart wordt gemist.
De formatie – voor het reces
Kort na de verkiezingen van 15 maart 2017 lekken de schetsen voor het akkoord uit. De vakbonden hebben ondertussen de pensioenfondsen gevraagd de effecten van de persoonlijke potjes door te rekenen. De eerste tekenen zijn dat de sommen niet goed uitpakken, valt in juni te horen in de wandelgangen van het jaarlijkse congres van Pension Fund Europe in Brussel. Groepen pensioendeelnemers dreigen erop achteruit te gaan. Dat was niet de bedoeling.
Toch overheerst nog het optimisme. ‘Pensioenhervorming dichterbij dan ooit’, kopt het FD. Vooral doordat de politieke partijen aan de formatietafel het stelsel willen veranderen. De onderhandelaars krijgen wat extra tijd vanwege het mislukken van de formatiebesprekingen van VVD, CDA en D66 met GroenLinks. Rekenaars hopen door te sleutelen aan de SER-plannen nog met een beter resultaat te komen. Journalisten wordt ingefluisterd: het kan ieder moment zover zijn. Voor de zomer moet er echt een advies op de formatietafel van Rutte III liggen. Maar ook deze deadline wordt niet gehaald. De Kamer gaat met reces en de achterban van de bonden naar de camping. Zonder een ledenraadpleging gaan de bonden niets tekenen. Na de zomer dus. Dan kan het advies alsnog mee in het regeerakkoord.
De formatie – na het reces
Het rekenwerk van de pensioenfondsen zoemt eind augustus 2017 in de hele sector rond. En met deze uitkomsten willen de bonden zich niet wagen aan een persoonlijk pensioenpotje. Dat er veel kritiek is op hoe de sommen zijn gemaakt – ‘appels met peren vergelijken’, zeggen de voorstanders van persoonlijk pensioen – maakt niet meer uit. Grote pensioenfondsen als PMT en pensioenfonds Bouw vragen zich hardop af waar deze grootscheepse verbouwing eigenlijk goed voor is. Het ‘akkoord’ dat in april lekte, heeft weinig steun meer. De toch al ingewikkelde kluwen wordt nog wat ingewikkelder wanneer de FNV zegt dat haar achterban de verhoging van de AOW-leeftijd een veel groter probleem vindt dan de discussie over een nieuw pensioenstelsel.
Het regeerakkoord
Rutte III staat na een formatie van 225 dagen op 26 oktober 2017 op het bordes. Een pensioenakkoord afleveren voor de verkiezingen, voor de start van de formatie en voordat er een regeerakkoord ligt: het is allemaal niet gelukt. Toch omarmt het regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de plannen van de SER voor een persoonlijk pensioen. Ook al zijn die in de vorm waarin zij na de verkiezingen uitlekten, eigenlijk een gepasseerd station. Rutte en de nieuwe minister van Sociale Zaken, Wouter Koolmees van D66, geven de SER-onderhandelaars in het regeerakkoord ‘tot begin 2018’ om met een advies te komen. Maar de inkt van het regeerakkoord is nog niet droog of er wordt al gezegd: ‘Maak daar maar voorjaar 2018 van’.
Voorjaar 2018
Begin 2018 gebeurt er niets. Geen akkoord, zelfs bijna geen gesprekken. Wel acties van boze FNV’ers tegen de pensioenhervormingen. Dat er niets gebeurt claimen zij als succes: ‘Handen af van ons pensioen’. De frustratie bij de coalitiepartijen loopt op: ‘Ik hoop van harte dat de sociale partners er in maart uitkomen’, zegt VVD-Kamerlid Roald van der Linde. ‘Maar anders moeten wij zelf stappen nemen. Wij gaan niet op onze handen zitten.’
Pas als het voorjaar nadert, steken de twee hoofdonderhandelaars, Guusje Dolsma van VNO-NCW en Tuur Elzinga van FNV de koppen weer bij elkaar. In intensieve gesprekken in een klein clubje houwen zij de contouren van een nieuw akkoord uit. De kroonleden van de SER – wetenschappers, DNB en CPB – verdwijnen naar de achtergrond. Het optimisme groeit. Het kan lukken om met een plan te komen voor de Voorjaarsnota. De politiek blijft op zijn handen zitten. Of zoals minister Koolmees keer op keer herhaalt: ‘Een broedende kip moet je niet storen.’
En dan is er opnieuw een lek. Eind mei ligt het concept van het akkoord op straat. En dat ziet er heel anders uit dan de plannen van een jaar eerder. Weg zijn de persoonlijke potjes en de buffer. Pensioen blijft collectief, maar de hoogte van de uitkering wordt minder zeker. Daardoor kan er sneller geïndexeerd worden en ook sneller gekort. Maar er hoeft niet meteen gekort te worden, rood staan mag en daarmee overschrijdt het plan een rode lijn van DNB en het kabinet. Voorwaarde is bovendien dat de AOW-leeftijd minder snel omhoog gaat en dat niemand erbij inschiet door de afschaffing van de doorsneesystematiek.
Bij de coalitie valt het concept slecht. Dit is niet het meer het individuele pensioen waar zij op aanstuurden bij het opstellen van het regeerakkoord. De bewindslieden willen een oplossing voor de komende twintig jaar. Waarom zouden zij geld uitrekken voor een lagere AOW-leeftijd of compenseren van de doorsneesystematiek, als zij dat er niet voor terugkrijgen? De onderhandelaars moeten terug naar de tekentafel. En zij moeten met een plan komen waar ook de andere leden van de SER, zoals DNB, zich in kunnen vinden.
Prinsjesdag
Nu het concept gelekt is, is het voor alle partijen moeilijker nog iets van water bij de wijn te doen. In de achterban van zowel werkgevers als bonden wordt gemord dat er al te veel is aangelengd. De onderhandelaars worden somberder naarmate het zomerreces nadert. De kans dat er een akkoord komt voor deze Prinsjesdag – met de eerste begroting van het nieuwe kabinet – slinkt. In augustus wagen zij nog een ultieme poging en missen de deadline voor Prinsjesdag opnieuw. Ondertussen blijft het geruchtencircuit zoemen: ‘Ze zijn er bijna uit’. Maar zoals betrokkenen zeggen: ‘We zijn er pas, als we het over alles eens zijn’. En: ‘De laatste 10% is het moeilijkst’. Daarop liep het de vorige keren in de laatste fase alsnog mis.
Dit verhaal is gebaseerd op eerdere publicaties en achtergrondgesprekken uit het afgelopen jaar met vele verschillende spelers in de pensioensector en de polder.
Geen reactie's