13 mrt Het pensioenprobleem lossen we niet op met lapmiddelen
Bron: fd.nl / Jan van de Poel / 8 februari 2019
Het Nederlandse pensioenstelsel werd ooit om twee redenen geprezen. In de eerste plaats omdat de premies werden belegd waardoor de kosten lager uitpakten dan in een omslagstelsel, en ten tweede omdat het inflatierisico gedragen werd door de premiebetalende actieve deelnemers. Er werd soms wel wat meer in de pot gestoken dan bij een omslagstelsel, maar dat werd later altijd weer gecompenseerd door beleggingsopbrengsten.
Het stelsel kwam zo’n vijfentwintig jaar geleden in problemen omdat zowel de geboorte- als de sterftecijfers aan de haal gingen. Minder premiebetalende deelnemers moesten garant staan voor meer gepensioneerden, die te weinig ingelegd hadden omdat niet ingecalculeerd was dat ze zo oud zouden worden. Dit probleem was bekend, maar werd pas aangekaart toen De Nederlandsche Bank (DNB) op het toneel verscheen met een lagere rekenrente. Ineens zag het er allemaal niet zo florissant uit.
De pensioensector en de politiek reageerden furieus. Met als gevolg een patstelling en onnodig tijdverlies. Vijf, zes jaren gingen verloren. Telkens als de beurs even opveerde, werd de aanpassing uitgesteld. Ook de sterftecijfers moesten aangepast worden, die liepen achter bij de feiten. Zelfs de actuarissen kregen het hierover met elkaar aan de stok. Toen de kredietcrisis uitbrak en de koersen daalden was het te laat.
De woede van de pensioensector richtte zich op de rekenrente. Die werd vanouds door de toenmalige toezichthouder Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) op 4% gesteld (6% nominaal minus 2% inflatie) maar door DNB terecht verlaagd. De lagere rekenrente van DNB leidde dus tot lagere dekkingsgraden en forse premiestijging. Het ongenoegen daarover bestaat nog altijd. Maar niemand schijnt te begrijpen dat de rekenrente van het oude regime thans veel lager zou uitpakken dan wat DNB voorschrijft. Zou je nu weer de staatsrente als maatstaf nemen, dan haalt de gemiddelde dekkingsgraad nog niet eens de 50%.
Al met al hebben we te maken met het complete falen van het poldermodel. Vooral de rol van de sociale partners was kwalijk want die leidde tot de opkomst van de zzp-sector. De risico’s voor zzp’ers vallen in het niet bij die van deelnemers aan verplichte pensioenregelingen met zulke lage dekkingsgraden.
Het is schandalig om alle ellende in de schoenen te schuiven van minister Wouter Koolmees. Polderen pakt alleen goed uit als men ophoudt elkaar de schuld te geven. De hele polder en de politiek hebben gefaald. We zitten inmiddels in de extra speeltijd en er moet heel snel gescoord worden.
Jan van de Poel is emeritus hoogleraar accounting en risk management, Maastricht University en UvA, en oud-financieel directeur van ABP en Koninklijke Sphinx.
Geen reactie's