Het nieuwe pensioenstelsel waar het kabinet op inzet, lijkt juridisch onhoudbaar

Het nieuwe pensioenstelsel waar het kabinet op inzet, lijkt juridisch onhoudbaar

Bron: trouw.nl / Dirk Waterval / 24 april 2020

Het nieuwe pensioenstelsel waar het kabinet en de sociale partners aan werken, biedt deelnemers nauwelijks zekerheid over de hoogte van hun pensioenen. Dus mag het geld dat ze al hebben opgebouwd niet ongevraagd worden overgeheveld, zeggen experts.

Het nieuwe pensioenstelsel waar het kabinet, werkgevers en vakbonden nu op inzetten, lijkt juridisch niet houdbaar. Dat harde oordeel komt van de Utrechtse hoogleraar pensioenrecht Hans van Meerten.

De drie partijen komen nog voor de zomer met een nieuw uitgewerkt pensioenstelsel. Ze werken aan een variant waarin werkenden amper zekerheid krijgen over de hoogte van hun pensioenuitkering. “Niet iedereen wil die onzekerheid”, zegt Van Meerten.

Dan zijn er twee opties. Een: deze mensen worden gedwongen om hun pensioenaanspraken over te zetten naar dat onzekere contract. “Dat mag absoluut niet zomaar. Op last van artikel 17 van het Europees Handvest voor Grondrechten kan iedereen straks zo naar de rechter stappen.” Artikel 17 waakt over eigendomsrecht, wat een pensioenaanspraak is.

Optie twee is ieder individu om toestemming vragen. “Volgens de Pensioenwet is er dan geen probleem. Maar per fonds krijg je twee soorten contracten door elkaar. Dat is niet te doen, onuitvoerbaar.”

Ook pensioenexpert Piet Rietman van ABN Amro noemt dit ‘het grootste obstakel’ van het nieuwe contract waar ambtenaren en sociale partners nu aan werken. Hij wijst op een arrest van begin jaar, waarin het Gerechtshof het verbiedt om opgebouwde aanspraken te wijzigingen bij de overgang naar een nieuw contract. “En dat is precies wat er nu zou gebeuren.”
Hoogleraar pensioenrecht Hans van Meerten, die juridische bezwaren ziet bij de overgang naar een nieuw pensioenstelsel.

Loslaten van zekerheid gaat lijnrecht in tegen het pensioenakkoord

Dit loslaten van alle zekerheid over de hoogte van de pensioenuitkering gaat lijnrecht in tegen de afspraken uit het pensioenakkoord van juni vorig jaar. Over dat akkoord is tien jaar gebakkeleid, maar het bleek al snel achterhaald door de constant dalende marktrente. Vanwege die lage rente moeten pensioenfondsen nu extreem veel vermogen in huis hebben om deelnemers een vast bedrag te kunnen toezeggen over veertig of vijftig jaar.

Zekerheid bieden blijkt met deze rentestanden onhoudbaar. In februari lekte uit dat de stuurgroep een nieuwe weg verkent, een geitenpaadje buiten het akkoord om. De hele marktrente verdwijnt van tafel, zodat de lage rentestanden de fondsen minder knevelen.

Maar dan mogen fondsen ook geen beloftes meer doen over wat iemand aan maandelijkse uitkering krijgt als het moment van pensionering daar is. In 2013 protesteerde de vakbeweging nog tegen dit ‘casinopensioen’. Maar deze week zei Tuur Elzinga, die namens FNV in de stuurgroep zit, in het NRC dat deze weg toch de meeste kans maakt. “We willen een pensioen waar niks beloofd wordt en meer waargemaakt.”

‘Eigendom aantasten mag alleen tegen een billijke en tijdige vergoeding’

Het lijkt of de groep die dat idee uitwerkt alleen kijkt naar wat het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens uit Staatsburg erover zegt, zegt Van Meerten. “De kans op procedures van deelnemers tegen de staat is gering op basis van dat verdrag, klinkt het dan. Mijn expertise is EU-wetgeving, en het deel over eigendomsrecht is helder: eigendom, in dit geval opgebouwd pensioen, mag je alleen ongevraagd aantasten als daar een billijke en tijdige vergoeding tegenover staat.”

Bovendien, zegt Van Meerten: “Met dat artikel 17 uit het EU-handvest kunnen gepensioneerden hun pensioenfonds direct aanklagen, er zo mee naar de rechter in Almelo stappen. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is alleen te gebruiken tegen de staat.”

Volgens hem zit er weinig anders op dan alle deelnemers die het bij het oude willen laten, gewoon in hun regeling te laten en een nieuw fonds op te richten voor alle nieuwe, aankomende werkenden. Samen met de deelnemers die wél vrijwillig over willen stappen. Die eerste groep verdwijnt vanzelf, al duurt dat nog wel decennia.

Geen reactie's

Geef een reactie